Examen schrijven
Op taalniveau 2F moet je voor het examen Schrijven verschillende schrijftaken kunnen uitvoeren:
- Je kunt brieven en e-mails schrijven (correspondentie).
- Je kunt formulieren invullen en gestructureerd aantekeningen maken.
- Je kunt verslagen, werkstukken, samenvattingen en artikelen schrijven.
Het examen Schrijven bestaat uit drie korte opdrachten. Jouw uitvoering van deze opdrachten wordt op een aantal punten beoordeeld. Zo wordt er bijvoorbeeld gekeken of jouw tekst goed is opgebouwd, met een duidelijk verband tussen zinnen en alinea's. Ook wordt gekeken of de tekst doel- en publieksgericht is en of je de juiste woorden hebt gekozen. Verder wordt er gelet op de spelling, interpunctie, grammatica en vormgeving van je tekst.
Voorbereiding op het examen
Examenvoorbereiding in de les
Tijdens de les zal je Nederlands docent de voorbereiding voor het examen met je doen, zodat je goed voorbereidt het examen kan maken.
Daarnaast kun je op de volgende sites extra oefenen voor je examens:
- Codename.onlineHier staan verschillende opdrachten klaar bij de tegel 'Examenvoorbereiding schrijven'.
- Oefeningen examen schrijven: op deze site staan ook een aantal oefeningen die je kunt maken ter voorbereiding
- Hieronder kun je de taalkaarten vinden die je nodig hebt bij de schrijfopdrachten. Hierin kun je de regels vinden voor het schrijven van een zakelijke e-mail, het schrijven van een artikel, etc. Je hebt al deze onderdelen gehad in de les en staan ook in je methode.
Het examen zelf
Het examen Nederlands Schrijven doe je achter een van de pc's in een examenlokaal op Landstede Raalte. Het examen duurt een uur. Gedurende dat uur werk je normaal gesproken twee tot vier opdrachten uit, in verschillende tekstvormen.
Wees op tijd
Wees op tijd voor het examen. Het algemene advies is ten minste tien minuten van tevoren aanwezig te zijn. Als je het lokaal niet weet, meld je dan bij het STIP.
Pas mee
Verplicht: neem je Landstede-pas (met pasfoto) mee naar het examen.
Woordenboek
Tijdens het examen mag je een woordenboek Nederlands raadplegen. In het lokaal zijn Prisma-woordenboeken. Wil je bij het examen een ander woordenboek, dan moet je dat via jouw coach ruim van tevoren aanvragen en motiveren bij de Examencommissie.
Planning
Bedenk, voor je begint met schrijven, wat de verschillende schrijfopdrachten precies van je zullen vragen. Schat in hoe lang je per opdracht bezig zal zijn en probeer je aan die inschatting te houden. Ruim aan het einde van iedere opdracht een paar minuten in om je opdracht na te lezen en te bepalen of het je bevalt wat er staat. Let daarbij niet alleen op spelling, interpunctie en grammatica (zinsbouw), maar bijvoorbeeld ook op samenhang en afstemming op het doel. Als het goed is, ken je je eigen zwakke punten. Controleer je tekst daar nog eens op.
80%-regel
Als je aan minder dan 80% van de opdracht invulling geeft, mag de docent het examen niet beoordelen. Je moet het examen dan in tweede gelegenheid doen. Zorg er daarom voor dat je aan alles wat in de opdracht gevraagd wordt, op de een of andere manier invulling geeft. Worden ergens minstens drie argumenten voor gevraagd? Geef die dan in ieder geval.
Leesbaarheid
Denk, als je klaar denkt te zijn met een opdracht, nog even aan de makkelijkste manier om een E (Excellent) te scoren op een van de criteria: Leesbaarheid. Bevat de tekst een kop, onderwerpregel, betreft-regel? Heb je de tekst mooi opgedeeld in alinea's? Met witregels ertussen? Tussenkopjes misschien? Hoe beter deze uiterlijke verzorging van de tekst, hoe meer kans op een E op Leesbaarheid!
De beoordeling
Criteria
In TOA beoordeelt de docent het examen op zes criteria:
- Samenhang
- Afstemming op doel
- Afstemming op publiek
- Woordenschat en woordgebruik
- Spelling, interpunctie en grammatica
- Leesbaarheid
Per criterium beoordeelt hij of zij het examen O=onvoldoende, V=voldoende of E=excellent:

Bijzonderheid: Een E kan een O compenseren. Heb
je bijvoorbeeld 3xO en 1xE (en 2xV), dan heb je geen 3,6 maar een 4,5. Maar:
Heb je een onvoldoende op een criterium, dan is je cijfer ALTIJD een
onvoldoende. Heb je bijvoorbeeld 1xO en 2xE (en 3xV), dan heb je toch geen 6,7
maar een 5,4.
De docent heeft tien werkdagen de tijd voor een beoordeling. Het cijfer wordt geregistreerd in e-TO. Vanuit e-TO wordt (automatisch) een bericht met het cijfer gestuurd naar jouw Landstede-mailadres. De docent geeft de motivatie voor de beoordeling (bijvoorbeeld ter voorbereiding op een tweede gelegenheid) op verzoek tijdens de les of op afspraak.